“In 2000 zeiden we nog tegen elkaar: Als we ooit op de Zonneweide in het Stadspark terechtkomen, dan zou dat geweldig zijn!”
Op zaterdag 24 en zondag 25 juni a.s. strijkt het Rapalje Zomerfolk-festival voor de vijfde keer neer in het Stadspark. Hoog tijd dus om meer over dit door Groningers opgerichte festival te weten te komen en kennis te maken met de mensen achter de schermen. Wij spraken met David Myles, multi-instrumentalist bij Rapalje en brein achter Rapalje Zomerfolk.
Wat is Rapalje Zomerfolk?
“Rapalje Zomerfolk is een Keltisch folkfestival, met de nadruk op ‘folk’, in de breedste zin van het woord. Zelf spelen we Ierse Keltische folk, ook Nederlandstalig, en wij programmeren verschillende soorten folkmuziek op het festival. Dit jaar hebben we bijvoorbeeld de Dubliners, toch wel de grondleggers van de Ierse folk. Maar twee jaar geleden hadden we ook Rooie Rinus en Pé Daalemmer. Op het festival brengen we verschillende soorten folk samen. En er zijn allerlei activiteiten zoals boogschieten, zwaardvechten, improvisatietoneel en een kinderdorp.”
Jullie zijn een band met een eigen festival, dat is een bijzondere prestatie! Hoe kwamen jullie op het idee om een eigen festival te beginnen?
“Het idee is een aantal jaar geleden ontstaan omdat er niet zoveel festivals in Groningen waren in ons genre. In het jaar 2000 hebben we voor het eerst een festival georganiseerd en dat vonden we hartstikke leuk. Zes jaar geleden hebben we een jaartje overgeslagen en toen dachten we ‘waarom gaan we nu niet naar het Stadspark?’. Dus toen zijn we naar de gemeente gegaan en nu zitten we er al voor het vijfde jaar. In 2000 zeiden we nog tegen elkaar: ‘Als we ooit op de Zonneweide in het Stadspark terecht komen, dan zou dat geweldig zijn!’ Het was niet de makkelijkste locatie om te regelen, maar het is een unieke locatie die goed past bij wat we doen en wat we willen uitstralen.”
Wat is jouw rol binnen de organisatie?
“Ik doe eigenlijk alles qua organiseren. Er zijn veel mensen die ons helpen. Mijn broertje helpt mee, en mijn schoonzusje overziet de vrijwilligers. Onze violist doet het grafisch ontwerp, een ander bandlid is bezig met het geluid. Zo hebben we heel veel vrienden en familie die ons helpen. Zonder die mensen en de honderddertig vrijwilligers op het festival zelf zou het ons niet lukken het festival te organiseren. Daar had ik me wel een beetje op verkeken vijf jaar geleden!”
Dit jaar vieren jullie het vijfjarig bestaan van het festival, gefeliciteerd! Wat was voor jou het hoogtepunt?
“Eigenlijk dat er de eerste keer mensen kwamen. Een paar maanden van tevoren waren er nog maar honderd kaarten verkocht, terwijl we toch wel hoopten op in ieder geval duizend mensen. Slapeloze nachten kreeg ik er van. Maar uiteindelijk is het wel goed gekomen. Ik geloof dat er uiteindelijk drieduizend mensen waren.”
In het Stadspark worden regelmatig evenementen georganiseerd, wat sommige bewoners bezwaarlijk vinden in verband met geluidsoverlast. Welke maatregelen nemen jullie om de geluidsoverlast te minimaliseren?
“Toen we begonnen in het Stadspark was er veel ophef over de houseparty’s en het geluidsoverlast. Wij zorgen er juist voor dat het geluid blijft waar het hoort. Bijvoorbeeld door de boxen zo neer te zetten en aan te sturen dat je het geluid goed hoort op het terrein, en je dus wel echt ‘in het geluid’ zit, en dat het gelijkmatig afzwakt. Zo voorkomen we dat de hele stad de muziek kan horen. Een van onze bandleden, Macéal, is dag in, dag uit bezig met het geluid en ontwerpt en bouwt zelf de geluidsinstallatie. Deze wordt ook op andere festivals gebruikt.
Kijk, wij zijn geen houseparty, dus je hebt bij ons niet het harde ‘boem boem boem’-geluid van de bas. Het is folkmuziek, dat toch een wat aangenamer geluid. Maar zó hard staat ons geluid ook niet. Op houseparty’s moeten mensen wel eens oordopjes in. Maar wij zijn dag en nacht bezig om het geluid mooi te laten klinken. Dan vinden wij niet dat het geluid zo hard moet staan dat mensen oordopjes in moeten doen. (Lachend): Dat gaat tegen de principes in.”
Naast het geluid is veiligheid natuurlijk een belangrijk punt. Op welke manier houden jullie rekening met de veiligheid voor zowel de festivalbezoekers als de omwonenden?
“We komen op de dinsdag voor het festival aan, dan beginnen we met de bouw en het schoonmaken van het terrein. We horen vaak van buurtbewoners en wandelaars dat het een vieze bende is in het Stadspark, vooral vorig jaar was het rampzalig. Met een grote groep gaan we elk stukje van het terrein af zodat het mooi schoon is als het festival begint. We gebruiken stenen bekers, geen plastic, dus we hebben geen afval. We willen dat het terrein er ’s avonds uitziet zoals het ’s ochtends uitzag.
De sfeer op het festival is gemoedelijk. Het is niet zo dat er bij de entree wordt gefouilleerd omdat je allerlei dingen niet zou mogen meenemen, want er lopen ook mensen rond met bijlen en zwaarden [vanwege het Keltische thema, red.]. Maar blik, glas en koelboxen mogen niet mee, daarom lopen er wel toezichthouders rond op het festival die een oogje in het zeil houden. Maar als iemand een fles cola in zijn binnenzak heeft of eigen broodjes meeneemt, dan is dat prima. Dus ook mensen met weinig geld kunnen gewoon aanhaken. Wij doen daar eigenlijk niet zo moeilijk over. En we nemen natuurlijk een heleboel voorzorgsmaatregelen, ook wat betreft open vuur en brandblussers en dergelijke, maar toch komen mensen heel ‘vrij’ het terrein op met het gevoel dat je kan doen wat je wil. We hebben nog nooit een calamiteit gehad op het festival.”
Blijft het Stadspark de komende jaren de locatie voor Rapalje Zomerfolk?
“Als alles goed blijft gaan en mensen blijven komen, dan blijven wij ook! Het is ontzettend leuk dat er zoveel mensen op af komen. We hebben er veel plezier in en nodigen ook vrienden uit, bijvoorbeeld The Dubliners, waarmee we al jaren op andere festivals staan. Op deze manier komen er bands die normaal gesproken misschien helemaal niet in Groningen zouden staan, zeker niet voor onze entreeprijs. We willen gewoon dat het voor de mensen een gezellig weekend wordt, dan hebben wij ook plezier. En alle mensen uit de Grunobuurt zijn natuurlijk welkom!”
Last but not least: Wat is je favoriete act dit jaar?
“Ik denk toch wel The Dubliners, maar ook de Tannahil Weavers. Mijn vader komt uit Schotland en we gingen daar vroeger vaak heen op vakantie. Dan hadden we cassettebandjes bij ons en dan luisterden we die muziek. Het is nostalgie, ik ben er mee opgegroeid.”
Kaarten voor Rapalje Zomerfolk zijn verkrijgbaar bij Primera, Plato, aan de kassa en via Zomerfolk.nl.